Vanmorgen heb ik boodschappen gedaan
Samen met mama. Op weg naar huis wilde ik zelluf lopen. Ik heb alles nu wel lang genoeg vanaf mijn rijdende troon bekeken.
Eerst stapte ik achter de wagen.
Ik zag niks.
Toen gaf ik mama een hand.
Dat ging me te snel. Zo kon ik nog niet op onderzoek uit.
Ik rukte me los
Geen idee waarom mama steeds riep dat ik op de stoep moest blijven. Wat is een stoep eigenlijk? Ze zei ook dat ik niet op de weg mocht, maar waarom mogen alleen fietsen en auto’s daar en ik niet?
Nou ja, ik heb lekker de tijd genomen
Aan bloempotten gevoeld en erin gegluurd. Bij vreemde mensen in de voortuin. Maar dat geeft niet, want die waren toch niet huis, geloof ik.
Ik zag blaadjes
Die kreeg ik niet te pakken. Ze dwarrelden over de stoep, net als ik. Geen idee hoe ze dat konden, want blaadjes hebben niet eens benen. Mama zegt dat het door de wind komt. Maar wat is wind? Ik heb de wind niet gezien. Misschien de volgende keer.

Als we gingen oversteken, moest ik mama een handje geven
Dat wilde ik eigenlijk niet. Toch maar gedaan – onder protest – om mama een plezier te doen. Toen ze me weer los had gelaten, heb ik voor het eerst in mijn leven een regenpijp geknuffeld. En een muur geaaid. Beetje koud en hard. Ik weet nog niet of ik dat vaker ga doen.
‘Tille’, brulde ik met twee handen in de lucht tegen mama
Ik wilde ook eens proberen hoe het is om mijn wagen te duwen. Dat ging best goed, al mopperde mama telkens als ik de heg in reed. Ze zei dat ik niet kan sturen. Dat zegt ze ook altijd als ik thuis op mijn rode auto rijd, dus misschien is het wel waar.
Ach, ik moet gewoon nog heel veel leren
Ik ben pas 1. Toen we bijna thuis waren, kreeg ik ruzie met mama. Ik mocht alwéér niet van de stoep af. Ze pakte me op, hield me stevig vast onder haar arm en droeg me het laatste stukje naar huis. Ik gilde zo hard als ik kon en wond me zó op dat ik een paar klinkende winden liet.
Volgens mij begrijp ik al een beetje wat wind is
Je kunt het niet zien, maar wel voelen en soms ruiken. En het kan blaadjes laten lopen over de stoep.
In de voortuin heb ik het weer goedgemaakt met mama
Dat kostte me wel vijf mooie, witte steentjes.